zie ook Calabrische cannariculi
Ingrediënten voor 6 personen
Voor het sammartine deeg
- 300 g bloem type 00
- 200 g aardappelzetmeel
- 80 g van
- 150 g sojaboter en ongeharde plantaardige margarine
- 4 eetlepels extra olijfolie van de eerste persing
Voor de vulling van Calabrische pasteitjes
Calabrische taarten bereiden
Maak de suiker fijn met een koffiemolen.
Leg de bloem, zetmeel en suiker op een hoop op een werkvlak en giet de boter (of margarine), olie en een beetje water in het midden. Begin te kneden en voeg af en toe een beetje water toe om het mengsel handelbaar te maken.
Vorm er een bal van en laat ongeveer 2 uur rusten op een droge plek. Maak ondertussen de vulling: verwijder de steeltjes van de vijgen en hak ze fijn. Maal de amandelen tot een poeder met een koffiemolen.
Combineer in een kleine steelpan de vijgen, gehakte amandelen, sultana’s, mandarijnrasp, een snufje kaneel, een paar kruidnagels en de gekookte most. Roer en laat ongeveer 15 minuten sudderen, roer vaak om een homogeen mengsel te krijgen.
Neem dan het deeg en rol het uit met een deegroller op een bebloemd werkvlak. Snijd het in repen van 10×4 cm waarop je 2 eetlepels vijgenvulling legt en rol ze op, waarbij je op het ontmoetingspunt drukt om te voorkomen dat ze opengaan tijdens het koken.
Leg de taartjes op een met bakpapier beklede bakplaat en bak ze 20 minuten in een op 180°C voorverwarmde oven.
Laat ze ongeveer 1 uur afkoelen op kamertemperatuur voordat je ze serveert.